artikel headerimage

23/4/2021

Fiat 500e : Een en al aaibaarheid

De Fiat 500e is niet alleen de meest aaibare elektrische auto van het moment, het is ook een van de meest interessante. Wij reden met de eerste elektrische cabrio.

I n een ver verleden werd de benaming 500E gebruikt voor een Mercedes E-Klasse met een zware V8 benzinemotor. Vandaag kan de letter E maar één ding betekenen: elektrisch. We kennen Fiat niet als elektrisch specialist. Toch was er al een elektrische 500 in de Verenigde Staten. Met de nieuwe 500e heeft Fiat nu ook een elektrische auto voor Europa. Het is meteen een van de leukste compacte elektrische auto’s van het moment.

De Fiat 500 werd in 2007 gelanceerd en bleef sindsdien nagenoeg ongewijzigd. Al die jaren verloor hij niets van zijn aaibaarheid. Toch heeft de elektrische Fiat 500e die nu wordt voorgereden niets gemeen met het exemplaar dat met een benzinemotortje in de showroom staat. Tot nader order staan beide versies naast elkaar in de showroom.

Drie versies
De elektrische Fiat werd ontworpen op een nieuw platform. Met een lengte van 3,63 meter is hij zes centimeter langer dan de gewone 500 en beschikt hij over twee centimeter meer wielbasis. Hij is ook zes centimeter breder. Fiat verkoopt de 500e als een vierzitter en meer verwachten we achteraan ook niet. Zelfs kinderen vinden achteraan moeilijk ruimte. Met een inhoud van 185 liter is de koffer aan de kleine kant, maar u gaat met de 500e toch niet op vakantie.

De Fiat 500e is er in drie versies: berline, cabriolet en 3+1. Die laatste is een wat vreemde versie met aan één kant twee deuren: de gewone voordeur en achteraan een kleine zogenoemde suicide door, een kleine deur die naar voor openzwaait. Instappen naar de achterbank gaat daardoor wat makkelijker, maar eigenlijk is het zijn geld niet waard.

Elektrische cabrio
Wij reden met de cabrio, meteen de eerste elektrische cabrio op de markt. Strikt genomen is het geen echte cabrio, eerder een gigantisch stoffen schuifdak dat opent tot achter de achterruit. Het geeft hoe dan een – relatief lawaaierig – open rijgevoel.

De cabrioversie is 3.000 euro duurder dan de gewone 500e, maar is de investering meer dan waard. Het interieur is een van de troeven van de 500e. De bestuurdersstoel en het stuur zijn ruim in alle richtingen verstelbaar. We vinden dus gemakkelijk en zonder compromissen een goede zithouding. Dat is in kleine auto’s al wel eens anders. Op de boordplank vinden we een 10,25 inch aanraakscherm met ingebouwde navigatie (in de duurste versies). Uitstekend want in deze categorie van wagentjes moeten we ons vaak met een smartphone behelpen. Apple CarPlay en Android Auto zijn ook van de partij. Toch jammer van de grote hoeveelheden hard plastic.

Twee accu’s
De 500e is leverbaar met een accu met een netto capaciteit van 21 en 37 kWh (bruto 24 en 42 kWh). De basisversie is geschikt voor het dagelijkse verkeer rond de kerktoren, maar wie af en toe ook eens de provincie wil verlaten, kiest beter voor de grootste accu. Ons testverbruik met de versie met 37 kWh bedroeg 15,2 kWh op 100 kilometer. Dat levert een actieradius op van 243 kilometer. Wie de 500e alleen in de stad gebruikt, kan daar nog een paar tientallen kilometers bij doen. Snelladen kan tot 85 kW, in de basisversie is dat 50 kW. Thuis laden aan een wallbox kan tot 11 kW. Dat zijn behoorlijke cijfers. Het elektromotortje is goed voor 118 pk (90 pk in de basisversie) en dat is meer dan voldoende voor vlotte prestaties.

De 500e is bovendien wendbaar, draait op een postzegel en kan in het kleinste gaatje geparkeerd worden. Over het comfort hebben we weinig te klagen: goede geluiddemping, behoorlijk comfortabele vering. In deze klasse is de 500e top, maar er is dan ook weinig concurrentie.